Overslaan en naar de inhoud gaan

Herinneringen aan 52 jaar wonen in het Witte Dorp

 

Marechaussebrigade Tuinstraat Eindhoven
Marechaussebrigade Tuinstraat Eindhoven

Lies Vogels-Staal heeft met haar gezin vanaf 1959 op het Burghplein op nummer 13 gewoond. Ze is geboren in Den Bosch, maar opgegroeid in Stratum. Haar vader was voor de Tweede oorlog commandant van de marechausseebrigade in de Tuinstraat. Het gezin Staal woonde toen in een dienstwoning in de marechausseekazerne. Een collega van haar vader woonde op het Burghplein en zo kwam ze als tiener in contact met jongeren, die in het Witte Dorp woonden. 

 

Lies vertelt over de oorlog, die ze bewust als tiener heeft meegemaakt: “Na het uitbreken van de oorlog kreeg mijn vader de opdracht met zijn eenheid naar Zeeuws-Vlaanderen te gaan. Na een lange reis via België en Frankrijk kwam hij in Engeland terecht. Mijn moeder bleef met zes kinderen alleen achter en ons gezin moest na enkele maanden de dienstwoning aan de Tuinstraat verlaten. Mijn moeder kon toen een woning huren in het Witte Dorp. Maar intussen woonden daar ook Duitse militairen en er was zelfs een huis met een hakenkruis van witte steentjes in het pad in de voortuin. Ze wilde daar toen niet gaan wonen. We kwamen uiteindelijk in het Villapark terecht. Mijn vader werd eerst geïnterneerd in Southampton en kwam later in Londen terecht. Hij werkte daar voor het Rode Kruis, waar hij veel te maken had met de gevolgen van de vele bombardementen. Hij kwam pas eind 1944 met de Prinses Irene Brigade terug naar Nederland. Toen hij weer terug in het gezin was, waren de kinderen intussen wel vier jaar ouder! Dit en alle oorlogservaringen brachten natuurlijk de nodige spanningen met zich mee.”

 

Beakers Textielfabrieken
Beakers Textielfabrieken Steenstraat Eindhoven

Lies woonde tot haar huwelijk in 1953 bij haar ouders. Haar man Wim van Iersel had niet zo’n goede gezondheid vanwege hartproblemen en zo kwamen ze in de jaren ‘50 gelukkig in een benedenwoning in de Sint Hubertusstraat te wonen. Ze kregen in die periode hun eerste kindje. In 1959 verhuisde het gezin naar een grotere woning aan het Burghplein nummer 13. Voordien hield advocaat Mr. Zeeuwen er zijn kantoor. Haar man was procuratiehouder bij Beakers Textielfabrieken in de Steenstraat.

 

Trekking Staatsloterij
Trekking Staatsloterij

Toen haar man in 1965 op 40-jarige leeftijd plotseling kwam te overlijden, bleef Lies alleen achter met drie kinderen. Ze vertelt over die periode: ”Met een klein nabestaandenpensioen was ‘t voor mij in die tijd geen vetpot. Ik moest dus wat geld zien te verdienen, maar wilde niet buitenhuis gaan werken. Met drie kleine kinderen was dat voor mij geen optie. Mevrouw Jelinger had een staatloterijkantoor aan de Geldropsweg 140 en wilde er mee stoppen. Ze droeg mij als haar opvolger voor bij het Ministerie van Financiën en na een sollicitatiegesprek in Den Haag mocht ik van start gaan. In die tijd werden staatsloten verkocht op allerlei locaties in het hele land. Men betaalde altijd contant voor een of meerdere loten. Kleine prijzen werden ook contant uitbetaald. Bij grote prijzen ging ik met de gelukkige winnaar naar de bank en werd daar ter plekke de prijs uitbetaald. De grootste prijs die ooit via mijn kantoortje viel was ƒ 500.000. Ooit stonden twee jongemannen van Indonesische afkomst bij mij aan de voordeur. Ze hadden allebei een helm op. Toen ik de deur opendeed, stond de eerste al heel gauw binnen. De andere volgde snel. Ze schreeuwden: Geld! Geld! Toen ik via het loketje wat geld had overhandigd, drongen ze toch verder naar binnen. Ik werd op een stoel gezet, kreeg een prop in mijn mond en een pistool op me gericht. Ze eisten met veel geschreeuw nóg meer geld. Een van de overvallers begon in mijn secretaire te rommelen. Ik zag dat en werd ineens zó kwaad. Ik haalde de prop uit m’n mond en schreeuwde: En nu eruit! Eruit! Er komen zo ook nog klanten! Ze bliezen ineens snel de aftocht. Een van de overvallers had de draad van de telefoon doorgesneden, zodat ik niet zou kunnen bellen. Maar boven stond ook een telefoon en daarmee belde ik snel de politie. Pas jaren later werden deze twee overvallers aangehouden en veroordeeld. Een van hen had véél meer op z’n kerfstok dan alleen de overval op mijn Staatsloterijkantoortje. Hij bleek geen lieverdje te zijn. Hij werd namelijk ook veroordeeld voor twee moorden in Den Bosch en Eindhoven, gepleegd kort na de overval bij mij thuis. Ik realiseerde me toen pas écht aan welk gevaar ik destijds was blootgesteld.”

 

13 Jaar na het overlijden van haar eerst man trouwde ze met Theo Vogels. Hij was een weduwnaar met vijf kinderen, waarvan er nog twee thuis woonden, net als twee van haar kinderen. Zo ontstond weer nieuwe geluk in een nieuw gezin. Maar daar kwam na zeven jaren een abrupt einde aan toen haar tweede echtgenoot óók plotseling kwam te overlijden. Daarna is zij nooit meer hertrouwd geweest. Nu zegt ze met een lach: “Ze gingen bij mij allemaal dood.”

 

In de jaren ‘90 zijn er enkele reünies geweest van leden van de Tuindorpgroep, die na de oorlog heel actief was. Zo werden vele herinneringen opgehaald uit de periode van opbouw. Helaas zijn de meesten nu overleden. Slechts Huib Hendriksen en ik zijn in Nederland en twee andere in het buitenland nog over.

 

Restaurant De Waterkers aan de Geldropseweg
Restaurant De Waterkers Geldropseweg 

Ze heeft ook nog andere leuke herinneringen: “Mijn schoonzoon exploiteerde rond de eeuwwisseling het restaurant De Waterkers aan de Geldropseweg 4. Daar kwamen elk jaar enkele Amerikaanse veteranen van de 101st Airborne Division eten. Als 16-jarig meisje verzamelde ik kort na de bevrijding van Eindhoven handtekeningen van militairen. Toen in 2000 twee van hen weer het restaurant De Waterkers aandeden, belde haar schoonzoon op. ‘Ze zijn er weer en als je ze nog wilt zien, moet je nú komen!’ Ik nam mijn oude handtekeningenboekje mee en was op de fiets in no time bij hen aangekomen. Tot grote verrassing van iedereen herkende de veteranen de handtekeningen en namen van hun collega’s. Ik en enkele familieleden werden hartelijk uitgenodigd om eens naar Amerika te komen. Dat deden we dan ook en kwam zo ik in New Orleans in contact met vier veteranen, die in 1944 hun handtekening aan mij gaven. Hoe speciaal is dat! We werden uitgenodigd voor een groot diner, waar de regisseurs Steven Spielberg en Tom Hanks van de 10-delige TV-serie Band of Brothers ook aanwezig waren. Deze serie gaat over de rol van de Easy Company van het 506th Parachute Infantry Regiment, US 101st Airborne Division, die o.a. is ingezet tijdens de Operatie Market Garden. De veteranen behoorden tot deze compagnie. Zij, maar ook wij, werden uitgenodigd om de Europese première van deze TV-serie in Parijs bij te wonen. Dat zijn toch hele mooie herinneringen 55 jaar na de Tweede Wereldoorlog.”

 

Lydia en Lies ontsteken het ornament 75 jaar Witte Dorp
Lydia en Lies ontsteken ornament 75 jaar Witte Dorp 

In 2010 verlaat Lies het Witte Dorp en verhuist ze naar een semibungalow in de Irisbuurt. Als oud-bewoonster wordt ze samen met Lydia Schagen-van Leeuwen in 2014 uitgenodigd om het bijzondere ornament van de Lichtjesroute vanwege het 75-jarig bestaan van het Witte Dorp te ontsteken. Zij waren het, die na zo vele jaren dorpsbewoner te zijn (geweest), de eer kregen deze handeling te verrichten.

 

75 jaar Witte Dorp
75 jaar Witte Dorp

 

Lies is ondanks haar hoge leeftijd zowel fysiek als mentaal in goede gezondheid. Ze sport nog regelmatig, woont zelfstandig en is een tevreden mens. Ze kijkt ondanks tegenslagen in haar leven met plezier erop terug en zeker op de meer dan 50 jaren in het Witte Dorp! Ze komt er nog regelmatig, want haar zoon Nol van Iersel woont er ook in de Sint Odulphusstraat!